Best of Tour du Queyras (GR58)

Je trektocht begint in het charmante dorp Arvieux, waarbij het bergkarakter vrijwel meteen duidelijk wordt. Het pad klimt gestaag uit het dal en wint snel hoogte terwijl het landschap zich steeds verder opent. Dit is een stevige start, die meteen de toon zet voor wat komt en je recht het hooggebergte in trekt.

De route slingert door lariksbos en komt daarna uit op brede alpenhellingen en open weides. Onderweg passeer je een houten fontein met ijskoud bronwater, een korte maar welkome pauze. De laatste klim voert naar de Col de Furfande op 2500 meter, met weidse uitzichten op onder andere de Dent du Ratier, Rochebrune en Font Sancte. Hier voel je je echt midden in de bergen.

Na de pas volgt een korte afdaling naar de Refuge de Furfande, prachtig gelegen in een hooggelegen bergweide. De recent gerenoveerde hut voelt stevig en uitnodigend na de lange klim. Omringd door stilte en pieken is dit een klassieke berghut en een verdiende afsluiting van de dag.

Deze etappe draait vooral om afdalen, maar onderschat haar niet. Je verlaat het stille hoogplateau van Furfande en daalt overtuigend af richting de Guil-vallei. Het vraagt aandacht en sterke benen, terwijl de omgeving langzaam van ruw alpien naar groener terrein verschuift.

Na het passeren van het gebied rond de Col de Furfande op 2500 meter zet de lange afdaling echt in. Het pad loopt langs bergflanken, open hellingen en later door bos. Terwijl je hoogte verliest, veranderen de uitzichten en de vegetatie merkbaar. Het tempo komt vanzelf, maar de kilometers werken door.

De dag eindigt bij Gîte Le Riou Vert, gelegen in het dal op 1450 meter. De sfeer is eenvoudig en warm, met een echte berglodge-uitstraling. Na de lange afdaling is dit een plek waar je lichaam en hoofd weer tot rust komen.

De laatste etappe serveert nog één stevige klim voordat je weer richting bewoonde wereld trekt. Het is een complete bergdag, met een duidelijke inspanning in de ochtend en een lange, geleidelijke afdaling als beloning.

Het pad stijgt gestaag richting de Col de Bramousse op 2251 meter, die de Guil-vallei verbindt met de Cristillan-vallei. De klim is open en overzichtelijk, met steeds bredere uitzichten op de omliggende kammen. Vanaf de pas daal je af via alpenweides en bergpaden, waarbij het terrein langzaam milder wordt.

De aankomst in Ceillac voelt rustig en afgerond. Je wandelt langs de Sainte-Cécilekerk en verder het dorp in, waar stenen huizen en stille straatjes het einde van de tocht markeren. Een mooie, ingetogen afsluiting van deze laatste bergdagen.