> Wandel de zuidelijke helft van de GR20 > Breng je nachten door in berghutten> Geniet van het prachtige Plateau de Coscione
De GR20, ook wel bekend als fra li Monti, is een GR (Grande Randonnée) wandelpad dat het mediterrane eiland Corsica doorkruist en ongeveer van noord naar zuid loopt. Het hele traject is ongeveer 180 km lang met een hoogteverschil van 12.000 m. Algemeen beschouwd als een van de zwaarste GR-routes, daagt dit pad wandelaars uit met zijn ruige en technische terrein.
Waarom kun je hem in beide richtingen doen?Je kan de GR20 in beide richtingen lopen, van noord naar zuid, of van zuid naar noord. De volledige trektocht duurt 15 dagen. Als je echter een kortere versie van de trekking wilt doen, is dat zeker mogelijk. De GR20 kan worden verdeeld in de noordelijke en de zuidelijke helft. De zuidelijke helft is 7 dagen lang en start vanuit Conca. In plaats van helemaal naar Calenzana te gaan, eindigt je avontuur in Vizzanova. Je kunt hem eventueel ook andersom lopen, vanaf Vizzanova tot aan Conca. Als je van GR20 wilt proeven en je kort in tijd zit, dan is zuidelijke helft van de GR20 jouw keuze!
Kamperen: tijdens deze trek kun je ook overnachten op campings. Neem contact op met onze trekkingexperts voor meer info over deze optie!
De route begint in Conca, een dorp omringd door stenen huizen met een prachtig uitzicht op de Tyrreense Zee. Al snel trekt het pad de Corsicaanse heuvels in. Na een lange klim door maquis en pijnboombossen komen de eerste toppen van het binnenland in zicht terwijl het pad geleidelijk stijgt. De dag eindigt bij de afgelegen Refuge de Paliri, gelegen op een rotsachtig uitsteeksel onder torenhoge granieten pieken.
Vanaf Conca klimt het pad door bossen en kleine boomgaarden, langs stukken steeneik en cistus, en over verschillende schaduwrijke beekjes. Hogerop wordt het landschap steeds rotsachtiger en slingert het pad over granietplaten. Onderweg kom je bronnen tegen, natuurlijke balkonnetjes met prachtig uitzicht over de oostkust en een kleine natuurlijke poel – perfect voor een ontspannende pauze. Je vangt ook al een glimp op van indrukwekkende toppen zoals de Punta Monte Sordu (1.171 m) en Monte Bracciutu (974 m), die aangeven dat de laatste klim naar de hut nadert.
Vanaf daar leidt een vrijwel vlakke traverse en een laatste stuk door pijnbomen en granietblokken je rechtstreeks naar de hut. Het gebouw staat op een terras met uitzicht op zee en de nabijgelegen rotstorens, en biedt een echt mediterraan hooggebergtegevoel. Hier vind je rotsachtige terrassen vanwaar je de zonsondergang kunt bewonderen.
Deze route verbindt de afgelegen Paliri-hut met de eveneens afgelegen Asinau-hut en loopt dwars door het granieten hart van Zuid-Corsica. Onderweg passeer je pijnboombossen, rotsachtige bergkammen en geniet je van uitzichten op de Bavella-spits, terwijl het Monte Incudine-massief (2.134 m) aan het einde van de dag de horizon domineert.
Het golvende pad klimt door pijnboombossen en langs granieten blokken, en biedt natuurlijke balkonnetjes met uitzicht op de horizon. Na langs verschillende rotsachtige torens te zijn gegaan, daalt het pad af in schaduwrijke kloven, waar kleine beekjes en poelen voor aangename rustplekken zorgen. Daarna klimt het opnieuw door een geurend bos, langs open plekken met uitzicht op nabijgelegen en verre bergtoppen, totdat je de beroemde Bavella-pas (1.220 m) bereikt, gelegen onder de spectaculaire Aiguilles de Bavella. Dit is een perfecte plek om te pauzeren en foto’s te maken!
Vanaf het middelpunt daalt de route af naar het laagste punt van de dag. Je passeert de Crête de Pargulu, diverse uitzichtpunten en beekjes voordat je begint aan een lange, intensieve klim naar de hut. Het pad draait vervolgens en doorkruist stenige hellingen en bergweiden, waar vaak kuddes koeien en halfwilde paarden te zien zijn.
Een laatste klim over een smal, rotsachtig pad door het bos leidt naar een brede kam die wordt gedomineerd door de Monte Incudine, waar de Asinau-hut zichtbaar wordt. Hier kun je genieten van het open uitzicht over de valleien en ontspannen in een comfortabele omgeving.
Deze etappe verbindt de Asinau-hut, hoog boven het dal gelegen, met de Matalza-hut op een pastorale hoogvlakte. Na een steile klim naar de kam van Monte Incudine opent het landschap zich en verschijnen uitzichten op de berg en de toppen van Zuid-Corsica. Daarna volgt een lange en gevarieerde afdaling door weiden, bossen en rivierdalen, tot je de brede weiden bereikt waar koeien en paarden vrij grazen.
Vanaf de hut stijgt het pad over stenige hellingen naar de graat boven de Chiralba-pas (1.790 m), het hoogste punt van de dag. Hier heb je schitterende uitzichten op de Aiguilles de Bavella en het binnenland van het eiland. Vervolgens begint de afdaling door een groen dal met dennen en beuken, waarbij je heldere beekjes kruist en langs oude schaapskooien komt. In de zomer kun je afkoelen in natuurlijke poelen en rotsglijbanen.
Verder beneden wordt het pad geleidelijk eenvoudiger en kom je in een gebied met zachte weiden en stenen muurtjes, waar de eerste herdershutten verschijnen. Een laatste, bijna vlak stuk leidt je rechtstreeks naar de Matalza-hut, die op een brede grasvlakte ligt met weidse uitzichten op het massief van Monte Incudine. Hier vind je een zeer rustige omgeving.
Deze etappe begint in de open weiden rond Matalza en klimt terug de hogere granietheuvels van het Monte Incudine-massief in. Na een makkelijk begin over het plateau loopt de route langs beekjes en poelen en langs verspreide herdershutten, voordat het pad steiler wordt richting de kam. De dag eindigt bij de spectaculair gelegen Refuge d’Usciolu, met weidse uitzichten over de bergen en het zuidoostelijke Tyrrheense landschap daaronder.
Van hier loopt het pad noordwaarts over grasrijk terrein vol stenen en grazende dieren en sluit al snel aan op een duidelijker spoor langs A Basseta. Na het oversteken van kleine beekjes en het passeren van zwempoelen begint de daadwerkelijke klim over een smal, rotsig pad, omhoog door lage dennen en heide. De route stijgt verder richting de Agnone-pas (1.620 m) en volgt de golvende kam langs Punta Scadatta (1.834 m) en Punta d’Usciolu (1.815 m). In de verte zie je Monte Formica (1.981 m) en de grillige kammen boven Zicavo.
Naarmate de kam smaller wordt, leiden korte rotsstukjes en eenvoudige klauterpassages tussen verweerde graniettanden over de beroemde Arête de la Monda. Een laatste traverse over de graat brengt de stenen gebouwen van de hut in zicht, hoog op de skyline. Bij aankomst kun je op het terras genieten van open uitzichten in alle richtingen, voordat je je installeert en je voorbereidt op de volgende, veeleisende etappe op grote hoogte.
Het uitdagende hooggebergte-avontuur gaat verder terwijl de route de granieten kam volgt van Usciolu naar de luchtige weiden rond Prati. Een groot deel van de dag blijf je dicht bij de graat, met herhaalde klimmen en dalen tussen rotsige pieken en grasrijke zadelpunten. De uitzichten reiken over beboste valleien tot aan de verre zee en uiteindelijk bereik je open hellingen waar de hut eenzaam boven de boomgrens ligt.
Van hier loopt een stenig pad noordwaarts over de smalle kam, slingerend tussen verweerde blokken en korte klauterstukjes, met 360°-uitzichten. De route golft langs rotsige bulten en kleine passen en biedt brede panorama’s richting Monte Furmicula (1.981 m). Na Punta Bianca (1.954 m) daalt de route via een pittig zigzagtraject af naar de grazige gronden bij de Bocca di Laparo-pas (1.520 m). Daarna klimt het opnieuw door verspreide dennen en oude bergeries naar de brede rug die naar de hoogten van Punta di Campitellu (1.937 m) en Punta della Cappella (2.041 m) voert.
Naarmate het terrein zachter wordt, traverseert het pad open grasland en lage struiken, met volledig zicht op de oostelijke vlakte. Een laatste, eenvoudige afdaling brengt de lage stenen gebouwen van de Refuge de Prati in beeld. De hut ligt op een winderige helling en is omringd door grazende dieren. Bij aankomst kun je genieten van een welverdiende pauze op het terras.
Deze route begint op de luchtige bergkam rond de hut en gaat in de richting van het skiplateau van Capannelle. Eerst daal je lange tijd af van open, grasrijke hellingen naar beboste valleien. Daarna volgt een rustiger middendeel over paden en tracks, waarbij je meerdere beekjes kruist. Tot slot brengt een klim je weer terug naar het hooggebergte, eindigend tussen skiliften, weiden en herdershutten onder de brede koepel van de Monte Renoso.
Vanaf de hut volgt het pad kort de kam voordat het gestaag afdaalt vanaf de Bocca d’Oru-pas (1.840 m), met weidse uitzichten over de Fiumorbo-vallei en de verre oostelijke vlakte. De afdaling gaat verder over stenige paden door pijnboom- en beukenbossen, waarbij je kleine beekjes kruist en langs herdershutten bij het Relais San Petru di Verde komt, een fijne plek om pauze te nemen voordat je je tocht vervolgt. Makkelijke paden leiden je daarna door het golvende Marmano-bos, waar open plekken uitzicht bieden op de omliggende ruggen en weiden.
Na het oversteken van de Ruisseau de Casso-beek draait de route omhoog en klimt over kleine, beboste paden. Het stijgingspercentage neemt af wanneer je het open plateau rond Capannelle bereikt, waar je kunt genieten van uitzichten op de Punta dell’Oriente (2.112 m) en de omliggende toppen. Een laatste korte klim brengt je bij de berghut, waar je je in een rustige bergomgeving bevindt.
De laatste etappe van het zuidelijke deel begint bij Bergeries de Capannelle (1586 m) en daalt af naar Vizzavona (920 m). Het hoogste punt is de Col de Palmente op 1640 m.
Hoogtepunten:
- Monte d'Oro (2389 m)
- Monte Calvi (1461 m)
- Ghisoni (665 m)
- Lac de Bastani
- Monte Renoso (2352 m)
