Door Sierd van der Bij
Een huttentocht is geen dagwandeling die je ’s ochtends bedenkt en afsluit met een pizza in het dal. Het zijn een paar dagen door de bergen trekken, wakker worden in frisse berglucht, klimmen en dalen, steeds op weg naar de volgende hut. Die hutten zijn er in alle soorten en maten, maar hebben één ding gemeen: ze liggen op unieke plekken en geven wandelaars een plek om uit te rusten. In de Alpen, Dolomieten en Pyreneeën worden veel hutten beheerd door Alpenverenigingen als de Deutscher Alpenverein (DAV), de Österreichischer Alpenverein (ÖAV), de Club Alpin Français (CAF), de Club Alpino Italiano (CAI) of de Schweizer Alpen-Club (SAC), elk met hun eigen lange geschiedenis. Je valt al snel in het bergritme. Vroeg opstaan, gestaag doorlopen, en zorgen dat je voor het diner — meestal om 18.00 uur — bij de hut bent. Bergschoenen uit bij de deur, aanschuiven aan tafel met vreemden die binnen een avond trailvrienden worden, en slapen in een eenvoudige maar warme kamer. De voorzieningen zijn basic, contant geld is de norm, en een warme douche is een bonus. Als je dit van tevoren weet, kun je je overgeven aan de dagen, de uitzichten en de kleine momenten die een huttentocht onvergetelijk maken.