Met granieten bergtoppen, palmbomen langs het meer en de geur van wilde kruiden in de lucht is Ticino misschien wel het meest verrassende kanton van Zwitserland. Hier ontmoeten de Alpen een mediterraan levenstempo — je wandelt ’s ochtends door kastanjebossen en eet ’s middags een gelato op een zonovergoten dorpsplein. De paden leiden je langs turquoise rivieren, stille bergmeren en verstilde dorpjes waar de tijd lijkt stil te staan.
Dankzij het milde klimaat en de vele zonuren is Ticino bijna het hele jaar door een wandelparadijs. De lente komt vroeg, de herfst blijft lang, en in de zomer vind je verkoeling op de hogere paden.