Laugavegur & Fimmvörðuháls Hike - inclusief voor en na overnachting

Vanaf Álftavatn gaat het pad in oostelijke richting over Brattháls en verder in oostelijke richting naar Hvanngil. De rivier Bratthálskvísl heeft geen brug en moet te voet worden overgestoken, wat in de meeste gevallen relatief makkelijk is. Vanaf de heuvel boven Hvanngil is het uitzicht schitterend. In Hvanngil kunnen wandelaars gebruik maken van de toiletvoorzieningen. Sommige wandelaars kiezen ervoor om daar te overnachten in plaats van in Álftavatn. Vanuit Hvanngil is er een korte wandeling naar de rivier Kaldaklofskvísl, die kan worden overgestoken via een voetbrug. Even ten zuiden ligt een andere rivier, Bláfjallakvísl, zonder brug. Let op, vooral bij zware regenval kan het water snel stijgen.

De route loopt nu grotendeels over de hoofdweg totdat de rivier Innri Emstruá wordt bereikt. Deze heeft een brug. Af en toe moet je door wat water lopen omdat er een overloop is die de brug passeert. Even ten zuiden ervan buigt het pad van de hoofdweg af naar links en zuidwaarts naar Emstrur, waar het land praktisch zonder begroeiing is. Bij droog weer, met harde wind, vooral uit het noorden, kan het zand opstuiven. Het pad ligt tussen twee bergen, Útigönguhöfðar genaamd, en in ongeveer een uur bereik je de Botnar hutten in Emstrur.

Vanaf de hutten in Botnar leidt het pad naar het oosten. Kort daarna kom je bij een brug over de rivier Syðri-Emstruá. De rivier stroomt in een smalle diepe kloof die doorloopt tot aan de Entujökull. Mensen met hoogtevrees kunnen moeite hebben om de brug te bereiken en over te steken. Vanaf daar loopt het pad langs Langháls en naar de samenloop van de rivieren Markarfljót en Syðri-Emstruá. Het wordt aanbevolen om naar de rand van de kloof te lopen waar de rivieren samenkomen, voordat je naar het zuiden loopt door Almenningar. Al snel loopt het pad door twee kleine ravijnen, Slyppugil en Bjórgil. In elk van deze ravijnen stroomt een beek met drinkbaar water.

Na het beklimmen van het laatstgenoemde ravijn, Bjórgil, leidt het pad naar Fauskatorfur en geleidelijk naar een gebied met meer vegetatie, ook wel Úthólmar genoemd. De heuvel omhoog vanaf de rivier Ljósá heet Kápa of Overjas en is de laatste steile helling op het pad. Wanneer het pad daalt vanaf Kápa, moet je de rivier Þröngá oversteken, wat in de meeste gevallen niet moeilijk is, maar vrij rotsachtig kan zijn. De rivier markeert de grens van Þórsmörk en vanaf hier is het nog maar een half uur lopen door de aangename bossen van Hamraskógar totdat je aankomt in Langidalur, Þórsmörk.

Na het verlaten van Þórsmörk, steekt het pad een voetgangersbrug over de rivier Krossá over. Het pad is gedeeltelijk steil, en op sommige plekken is er een lijn aan de kliffen bevestigd voor de veiligheid. Vervolgens bereik je de Kattarhryggir, die wat lastig kan zijn voor mensen met hoogtevrees.

Vervolgens kom je in het vlakke gebied van Morinsheiði, dat schilderachtige uitzichten biedt. Vanaf hier kun je de gletsjer Mýrdalsjökull met de vulkaan Katla erbovenop zien. Het uitzicht op Heiðarhorn is ook behoorlijk indrukwekkend.

Je steekt Heljarkambur over, een korte bergkam die Fimmvörðuháls en Morinsheiði verbindt (morins betekent "roestig rood schaap"). Voor de veiligheid is er een ketting aangebracht over Heljarkambur. Het pad gaat verder naar de heuvel Brattaföhn (föhn = sneeuw), die, ondanks de naam en door recente klimaatveranderingen, meestal sneeuwvrij is in de zomer. Vervolgens passeer je een stenen graf met drie namen, een gedenkteken voor mensen die in 1970 door zonnebrand zijn omgekomen.

Het pad gaat vervolgens door een lavaveld (Goðahraun), dat tijdens de vulkaanuitbarsting in het voorjaar van 2010 is ontstaan. Tijdens dezelfde uitbarsting zijn ook de bergen Magni en Móði gevormd. Het wordt sterk aanbevolen om naar hun toppen te wandelen. Naast de bergen staat een informatiebord over de uitbarsting.

Als je de hut verlaat, begint de wandeling vrij eenvoudig. Het pad volgt in het begin een grindweg. Na ongeveer 6 kilometer bereik je de brug over de rivier Skógá. Terwijl je naar beneden loopt, zorg ervoor dat je de spectaculaire watervallen achter je niet mist. De wandeling eindigt wanneer je de trap aan de rechterkant van de Skógafoss-waterval afdaalt, waar je het einde van je reis kunt zien.

Na het ontbijt neem je de bus terug naar Reykjavik, waar je de rest van de dag door de stad kunt wandelen.